Ontneming in zaak “Babel”

Het Openbaar Ministerie (OM) gaat in de zaak “Babel” over tot een ontnemingsvordering tegen Gerrit Schotte (Curaçao, 1974) en Cicely van der Dijs (Curaçao, 1978). Het gaat in deze om het terugvorderen van gelden die door Schotte en Van der Dijs onrechtmatig zouden zijn verkregen, oftewel het „ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel‟.

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft op 21 juli 2017 in hoger uitspraak gedaan in de zaak “Babel”. Schotte werd veroordeeld voor onder meer het aannemen van ruim USD 200.000 aan steekpenningen en valsheid in geschrift. Schotte en Van der Dijs werden beiden veroordeeld wegens het gezamenlijk witwassen van deze omkoopgelden. Er werden gevangenisstraffen opgelegd van respectievelijk 3 jaar en van 15 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Naast genoemde gevangenisstraf is Schotte door het Hof als bijkomende straf voor een periode van vijf jaar ontzet uit het recht om te worden verkozen bij verkiezingen.

In de zaak tegen Schotte zal het OM via het Gerecht in Eerste Aanleg te Curaçao een bedrag van 1.861.692 (Antilliaanse) gulden terugvorderen. In dit bedrag is inbegrepen een betaling van ruim 800.000 USD die volgens het OM aan Schotte is gedaan op de Zwitserse bankrekening van een op de Marshall Islands gevestigde onderneming waarvan de Schotte de begunstigde is. In de zaak tegen Van der Dijs zal het OM een bedrag van 205.274 (Antilliaanse) gulden vorderen. Dit is het bedrag dat volgens het OM in deze zaak aan Van der Dijs persoonlijk ten goede is gekomen.

De zaken zullen op 15 februari 2018 tijdens een zogenaamde “regiezitting” worden behandeld.