De heer Tromp is van mening dat het Openbaar Ministerie in deze strafzaak de afgelopen maanden onbehoorlijk, onzorgvuldig en vooringenomen heeft geopereerd. Sprekend is de omstandigheid dat afgelopen woensdag nog twee uitvoerig gemotiveerde opinies van fiscale deskundigen aan de officier van justitie ter hand zijn gesteld, waaruit kan worden opgemaakt dat de heer Tromp fiscaal juist heeft gehandeld. Het Openbaar Ministerie heeft deze ongemotiveerd naast zich neer gelegd.
Waarom het Openbaar Ministerie meent dat het puur fiscale vraagstuk van de pensioenopbouw van de heer Tromp strafrechtelijk dient te worden afgedaan, zeker nu vast staat dat de visie van het Openbaar Ministerie door meerdere fiscale deskundigen niet wordt gedeeld, is duister. Ook is niet begrijpelijk waarom het Openbaar Ministerie, in een onderzoek dat nog niet is afgerond, plotseling zo veel haast maakt met het bekendmaken van een vervolgingsbeslissing. Het handelen van het Openbaar Ministerie is slechts dan te verklaren, indien zou worden aangenomen dat deze vervolgingsbeslissing wordt gedreven door andere krachten dan waarheidsvinding en het handhaven van de rechtsorde. Die gedachte geeft reden tot zorg.
De heer Tromp zal zich in rechte verdedigen en ziet de uitkomst van de procedure met vertrouwen tegemoet.