De Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) acht het prudent om op preventieve manier de geleidelijke daling in de bruto officiële reserves en de importdekking te stabiliseren. Dit geeft de regeringen van Curaçao en Sint Maarten de ruimte om een krachtig economisch beleid te implementeren, inclusief een geleidelijke duurzame vermindering van de overheidstekorten en het doorvoeren van structurele hervormingen gericht op een sterke concurrentiepositie voor duurzame exportgroei en matiging van de importgroei. Hiermee kan het tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans worden verminderd en de deviezenreserves worden versterkt.
De bruto officiële reserves (excl. goud) van de monetaire unie laten sinds augustus 2018 een geleidelijke dalende trend zien. Hierdoor is de importdekking langzaamaan afgenomen tot omstreeks 3,7 maanden per medio juli 2019.
De belangrijkste oorzaken van deze ontwikkeling zijn:
1. De grote externe schokken die de landen van de unie hebben ondergaan. De orkaanramp in Sint Maarten heeft het toerisme getroffen. Daarnaast heeft de crisis in Venezuela een impact op de oliesector (raffinaderij), de haven, de luchtvaart (ondergang InselAir) en de vrije zone in Curaçao. 2. De afronding van de schuldsanering van de voormalige Nederlandse Antillen door Nederland waardoor in 2018 een einde kwam aan de daarmee gerelateerde deviezeninstroom. 3. Hogere importen door de gestegen olieprijzen en de wederopbouwbehoeften van Sint Maarten. 4. Hogere rentestanden in het buitenland.
De monetaire verkrapping houdt in dat de CBCS tweede helft augustus 2019 weer zal starten met tweewekelijkse veilingen van Certificates of Deposit (CD’s) onder de banken. Er zullen op reguliere basis zowel CD’s in guldens (NAf) als in Amerikaanse dollars (USD) worden aangeboden. Met de CD’s in NAf wordt beoogd de overliquiditeit in het bankwezen verder terug te dringen, terwijl de CD’s in USD het aantrekkelijk maken voor de banken om dollars aan te houden bij de CBCS. Bovendien heeft de CBCS besloten om de beleningsrente ongewijzigd te laten op 2,50%.