Overheidsschuld blijft stijgen

WILLEMSTAD/PHILIPSBURG — ‘De overheden van zowel Curaçao als Sint Maarten
hebben in 2021 een lager tekort op hun lopende begroting geboekt dan in 2020’, verklaart
Richard Doornbosch, President van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS)
in het tweede Kwartaalbericht van 2021. ‘Tegelijkertijd steeg de publieke schuldquote in
2021 verder tot 90% op Curaçao en 62% op Sint Maarten. Ook voor 2022 wordt voor beide

landen een hoog begrotingstekort voorspeld, zij het minder dan in 2021,’ aldus de CBCS-
topman.

Gezien de diepe economische crisis door de COVID-19-pandemie en de gevolgen daarvan voor de
overheidsfinanciën, heeft de Koninkrijksministerraad goedgekeurd dat Curaçao en Sint Maarten net
als in 2020 mogen afwijken van artikel 15 van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint
Maarten, waarin staat dat de gewone dienst van de overheidsbegroting in evenwicht dient te zijn. ‘In
beide landen is het tekort op de gewone dienst in 2021 afgenomen ten opzichte van 2020 als gevolg
van lagere overheidsuitgaven, waaronder uitgaven in verband met COVID-19, die werden
getemperd door een daling van de inkomsten, met name de belastinginkomsten’, licht Doornbosch
toe.
Twee jarige lening
In beide landen werd de stijging van de overheidsschuldquote aangedreven door een stijging van de
buitenlandse schuldcomponent. ‘Gedurende 2021 hebben Curaçao en Sint Maarten ook weer
liquiditeitssteun ontvangen in de vorm van tweejarige leningen van de Nederlandse staat om het
inkomensverlies als gevolg van de pandemie te compenseren en overheidssteun te kunnen verlenen
aan de meest getroffen groepen in de samenleving. Voor Curaçao bedroeg de liquiditeitssteun
NAf. 244,0 miljoen, terwijl Sint Maarten NAf. 117,7 miljoen ontving’, aldus Doornbosch.
Volgens Doornbosch zullen de overheidsfinanciën in 2022 zorgwekkend blijven, aangezien de
overheden van zowel Curaçao als Sint Maarten hoge tekorten op hun lopende begroting verwachten,
zij het minder dan in 2021. Om hun verwachte tekorten te dekken, zullen beide regeringen dus op

leningen of liquiditeitssteun aangewezen zijn. ‘Daarnaast zal de liquiditeitssteun die de overheden
tijdens de pandemie hebben ontvangen in 2022 moeten worden terugbetaald. Gezien de huidige
stand van de overheidsfinanciën zullen de regeringen de herfinanciering van deze leningen met
Nederland moeten onderhandelen,’ stelt Doornbosch.
De complete tekst van het Verslag van de President en het tweede Kwartaalbericht van 2021 zijn te
vinden op de website van de CBCS: www.centralbank.cw in de sectie Publications.