Scholen per 11 mei weer open Kinderen hoeven geen ‘social distance’ te houden

Het is onnodig om kinderen tot en met 17 jaar ‘social distance’ te laten toepassen tijdens het spelen, sporten of als ze vanaf 11 mei weer naar school gaan. Er zijn geen aanwijzingen dat kinderen een relevante rol spelen in de transmissie naar familie en anderen, blijkt uit epidemiologisch onderzoek wereldwijd.

Dit betekent dat het heel zelden voorkomt dat mensen thuis besmet worden door een schoolgaand kind. Het RIVM geeft daarnaast aan dat in Nederland en in andere landen minder dan 1 % van de patiënten met het coronavirus, jonger is dan 20 jaar.

Uit onderzoek is overigens wel gebleken dat kinderen het virus bij zich kunnen dragen. Echter, het risico dat ze het overbrengen op andere kinderen en volwassenen, is klein. Dit kleine risico moet worden ondervangen door het toepassen van goede hoest- en handhygiëne bij kinderen. Toezichthouders en ouders moeten kinderen leren om in de elleboog of in een papieren zakdoek te hoesten en te niezen. De zakdoek moet daarna worden weggegooid. Kinderen en leerkrachten die ziek zijn met koorts en/of hoesten moeten thuis blijven tot alle klachten over zijn.

Verder is het belangrijk dat kinderen leren om regelmatig en grondig de handen te wassen, vòòr ze naar school gaan, tijdens school of na sport en direct na terugkomst uit school. Dit moet met een schone handdoek of met een papieren handdoek.

Een andere reden om de sociale afstand niet bij kinderen toe te passen, is de negatieve effecten van de huidige maatregelen op hun ontwikkeling. Kinderenpassen zich snel aan de nieuwe omgeving aan en nemen de nieuwe werkelijkheid aan als ‘normaal’. Dit betekent dat kinderen leren dat het normaal is dat ze niet naar school kunnen, niet samen mogen spelen, niet mogen sporten en er geen fysiek contact mag zijn. Kinderen groeien daardoor op met een verwrongen beeld van de samenleving. Zij ontwikkelen zich op deze manier niet als sociale individuen, met mogelijk nadelige gevolgen.

Kinderen mogen gewoon in de klas zitten en buiten spelen. Grote groepen kinderen dicht op elkaar is niet gewenst, vooral niet binnenshuis. Als de buitenruimte groot genoeg is mogen kinderen samen buiten zijn. Als de buitenruimte klein is, is het beter groepen van elkaar te scheiden.

Voor de volwassenen op de scholen is de regel van het houden van 1,5 meter afstand wèl van kracht.

Scholen weer open
Het besluit om kinderen vanaf 11 mei weer naar school te laten gaan, is onder meer genomen omdat het voor sommige kinderen niet veilig is om altijd thuis te moeten blijven. In enkele gevallen biedt het huis bovendien geen goede leeromgeving. Niet alle ouders blijken in staat om adequate begeleiding te geven en niet alle kinderen worden door de scholen bereikt. Bovendien hebben kinderen in kwetsbare situaties minder toegang tot thuisonderwijs en minder ondersteuning van ouders. Ook heeft niet iedereen de benodigde ICT ondersteuning; in deze gevallen ontbreken vaak de instructies van docenten. Kortom, door de sluiting van de scholen enkele weken terug, is er veel ontregeld geraakt. Ouders werden extra belast doordat kinderen thuis zaten en geholpen moesten worden met het thuisonderwijs. Daarnaast moesten zij vaker oppas regelen.

Het weer openen van scholen is ook goed voor het ritme van kinderen en de cognitieve en sociale ontwikkeling. Docenten kunnen bovendien meer zicht houden op het sociaal en emotioneel welzijn van de scholieren en waar nodig directe ondersteuning bieden. Met vriendjes en vriendinnetjes kan nu weer gespeeld worden. Als kinderen op school zitten, is er een ontlasting bij ouders. Op school kunnen kinderen daarnaast in een veilige omgeving met anderen praten over Covid19, en hun ervaringen van de afgelopen weken delen. Met het openen van de scholen wordt tevens gerealiseerd dat ongeveer 800 schoolgaande scholieren weer elke dag ontbijt op school krijgen en hiermee verzekerd zijn van een gezonde start van de dag.